Mexico - Reisverslag uit Puerto Escondido, Mexico van Karen - WaarBenJij.nu Mexico - Reisverslag uit Puerto Escondido, Mexico van Karen - WaarBenJij.nu

Mexico

Door: Karen

Blijf op de hoogte en volg Karen

24 Februari 2018 | Mexico, Puerto Escondido

Vanuit de jungle van Palenque reis ik door naar een compleet andere wereld: het tropische strand van Tulum. Dit ligt op het schiereiland waar heel veel mensen naar toe op vakantie gaan, en meteen bij aankomst realiseer ik me dat het een grote fout was om hier te komen. De sfeer die er hangt is een combinatie van het massa-toerisme in Costa Rica en het feestgevoel van Salou en Chersonissos. Er is een groot verschil tussen toeristen en reizigers, iets waar je door toeristen heel raar wordt aangekeken als je dat zegt maar wat elke reiziger direct zal beamen. Reizigers vind ik leuk, maar hier vind ik bijna alleen maar toeristen. Niet mijn volk. Mijn hostel zit er ook vol mee, maar gelukkig zit ik op een kleine slaapzaal die ik deel met twee Roemenen en een Canadees die ook diep ongelukkig zijn hier, en onze kamer wordt al snel omgedoopt tot de “I hate Tulum-room”. Urenlang zitten we op ons balkon met elkaar te discussiëren hoe afschuwelijk het hier wel niet is en wat het beste plan is om hier weg te komen. Het enige lichtpuntje hier is, dat ik vlak voor aankomst erachter kom (lang leve Facebook) dat een lieve collega van mij met haar dochter hier ook is. Een middag bezoek ik ze op het strand. Heerlijk is het om even een paar uur met iemand van thuis te kunnen kletsen! Ik word steeds beter in aardig doen tegen (en het oprecht aardig vinden van) mijn mede-reizigers die ik overal tegenkom en daardoor ben ik eigenlijk nooit meer alleen. Alleen zijn en eenzaam zijn, zijn echter twee verschillende zaken en ondanks dat ik niet meer alleen ben, ben ik nog wel eenzaam. In veel mindere mate dan de eerste weken, maar het blijft knagen. De tijdelijke contacten die ik hier op doe zijn leuk, maar niet hetzelfde als de contacten van thuis en het is echt heel erg fijn om even een paar uur met iemand uit mijn eigen wereld op te trekken.
In principe was ik van plan om stapje voor stapje het hele schiereiland over te reizen, maar na wat onderzoek kom ik erachter dat de dingen die ik wilde doen gillend duur zijn (de ondergrondse rivier die ik wil bezoeken bijvoorbeeld kost 110 dollar), en net zoals in Costa Rica, compleet verziekt door de massa. In de buurt ligt Chichen Itza, een Maya-complex dat tot de 7 Nieuwe Wereldwonderen is verkozen. Van eerder ontmoette reizigers had ik al gehoord dat hier duizenden mensen per dag komen, en dat het een wonder is dat ze nog geen achtbaan in dit pretpark hebben gebouwd. Dit geldt ook voor Tulum zelf, waar een complex aan de kust ligt. Wat mij betreft zijn alle Maya complexen wereldwonderen en ik wil de prachtige ervaringen die ik hiervoor heb gehad niet verpesten door nu zwaar gefrustreerd tussen deze ruïnes door te lopen. Samen met de ruïnes, besluit ik het volledige schiereiland van mijn lijst te schrappen en ik stap op de bus terug naar het binnenland. Het komt erop neer dat ik best veel tijd en geld heb weggegooid om drie dagen lang op mijn hotelkamer te zitten klagen.
De busrit naar mijn volgende stop, San Cristobal, duurt 21 uur, maar wat ben ik blij als ik uitstap! San Cristobal is net Antigua, iets groter maar ook een prachtig koloniaal stadje met veel kleuren en traditionele kleding. Ook hier weer eindeloze marktjes waar het heerlijk rondstruinen is. Mijn tweede dag daar hoor ik vanuit de tuin van mijn hostel al de hele dag vuurwerk, en later een enorm gedrum en luide muziek vanaf straat. We rennen naar buiten, en dan komt er zomaar een carnavalsstoet voorbij! Praalwagens, verklede mensen en groepen dansers komen door de straat heen. Wat een toeval, wat leuk! Behalve lekker door het stadje te slenteren besluit ik ook nog een excursie naar de omliggende natuur te doen. “Omliggend” blijkt, net als tijd, weer eens een ruim begrip in deze contreien te zijn, want het is 3 uur rijden naar het eerste park dat we bezoeken. Dit park, de Cascadas de Chiflon, is echt een paradijs. Door een beboste vallei loopt een baby-blauwe rivier via heel veel watervallen naar beneden. Na een uurtje deze rivier gevolgd te hebben, komen we bij de laatste drie watervallen aan. Deze drie liggen direct onder elkaar en zijn een stuk groter dan de andere eerdere watervallen. Van ruim 100 meter hoogte komt het water naar beneden vallen, wat indrukwekkend! Er is een klein platformpje gebouwd vlak onder de grootste waterval, super gaaf om daar te staan! Nee het is geen Iguazú, maar ik ben toch wel veel meer onder de indruk dan ik had verwacht. Na Chiflon rijden we door naar de Laguna Montebello, dit zijn meerdere meren vlak naast elkaar op de grens met Guatemala. Waar het in Chiflon strakblauw was, is het in Montebello grijs bewolkt. En dat is jammer, want het schijnt dat de meren bij zonlicht de meest bijzondere diepblauwe en groene kleuren aannemen, maar nu zijn het simpele grijze meren tussen dennenbossen. Niet heel bijzonder. Uiteindelijk rijden we in het donker de drie uur weer terug en komen om 21u weer in San Cristobal aan. En dan is het rennen, want ik moet mijn spullen nog bij het hostel ophalen en om 22u gaat mijn bus. Nou is nogmaals het begrip ‘tijd' een vrij rekbaar iets hier, maar ik ben erachter gekomen dat als ik een keertje een paar minuten te laat ben, dat ze dan natuurlijk uiterst punctueel zijn. Opschieten dus. Samen met drie Argentijnen die in hetzelfde hostel zaten en dezelfde bus hebben, ren ik met al mijn spullen over straat en haal gelukkig op het nippertje de bus. Op naar de volgende bestemming, Puerto Escondido!
Escondido is een surfersparadijs aan de westkust van Mexico, en eigenlijk heb ik het normaal gezien niet zo op stranden. Over het algemeen verveel ik me binnen 10 minuten, hoe mooi het strand ook is. Hier ben ik echter met een specifiek doel: bioluminescentie zien. Om de strandverveling wat tegen te gaan organiseer ik bij aankomst meteen wat sensatie, want nadat we de bus zijn uitgestapt en buiten rustig onszelf staan te oriënteren en organiseren kom ik erachter dat ik iets mis. En niet zomaar iets, ik mis mijn kleine tasje met mijn paspoort, vaccinatieboekje, verzekeringspapieren en budget voor de komende weken. Tegen de tijd dat ik hierachter kom is de bus allang weer onderweg (nogmaals, als ik de typische laksheid hier nodig heb zijn ze plotseling extreem efficiënt en punctueel). Shit. Goddank springen de Argentijnen meteen in actieheld-modus. Twee blijven bij de tassen en de derde vindt uit waar de bus ongeveer zou moeten zijn. Hij sleurt me een taxi in en een wilde achtervolgingsrit volgt. Het enige wat maar door mijn hoofd blijft schieten, is dat als ik mijn tasje niet terugvind, ik al mijn paspoortstempels kwijt ben. Ik heb zo mijn best gedaan, mijn paspoort is al halfvol met nog 8 jaar geldigheid te gaan, dat zou echt een enorm drama zijn. Uiteindelijk vinden we de bus bij een tankstation, wat een ontiegelijk geluk dat na een rit van 12 uur de bus uitgerekend hier een tankstop had ingepland. De buschauffeur en zijn overige passagiers kijken ons wat verbaasd aan als we met gierende banden de hoek om scheuren, met gillende remmen naast de bus stoppen, en vervolgens panisch de bus inspringen. En, dank de hemel op mijn blote knietjes, het tasje inclusief alle stempels ligt er nog! Wat een opluchting. Als Lisanne dit hoort meldt zij mij dat het haar niet verstandig lijkt dat ik nog een keer zonder baby-sitter op reis ga, en ik kan dit alleen maar volmondig beamen. Voortaan ga ik alleen nog maar vastgeklampt aan mijn reismaatje de grens over.
Na deze sensationele aankomst kunnen we vertrekken naar ons hostel, een surfersbestemming recht op het strand. Bij aankomst wil ik meteen rechtsomkeert maken, waar ben ik in godsnaam terechtgekomen? Het hostel is een enorme puinhoop, niet schoon, de bedden oud en afgeragd en de mensen hier zijn heel raar. Uiteindelijk besluit ik de eerste nacht toch maar te blijven en achteraf ben ik daar heel blij om. Met elk uur begin ik het hostel leuker te vinden en sluit ik die rare mensen in mijn hart. Ik blijf maar nachten bijboeken en in plaats van anderhalve dag, blijf ik uiteindelijk een week hangen. De locatie recht aan het strand is fantastisch, bikini aan, handdoek en water mee en een minuut later liggen we in de zon. Ondanks dat ik veel mensen over dit stadje heb horen praten, is het buitengewoon rustig. Het strand is ruim een kilometer lang en we delen dit met misschien 50 mensen. Heerlijk! De zon gaat recht tegenover ons in de zee onder en de hele dag kunnen we genieten van de wilde escapades van professionele surfers. Ondanks dat ik vorig jaar erg enthousiast over surfen was, zit dat er voor mij hier niet in. De golven zijn enorm, en alleen leuk voor de echte toppers. Maar naar hen kijken is al heerlijk! Door de enorme golven en sterke stroming is zwemmen niet echt mogelijk, maar in de branding is het nog net te doen en kunnen we fijn afkoelen. Dat pootjebaden is echter snel afgelopen als een andere strandgast ons komt melden dat hij een krokodil heeft gezien in de zee. In eerste instantie denken we dat hij high is (iedereen zit hier aan een of meerdere soorten soft- of harddrugs. Het wordt ons overal aangeboden, zelfs toen we in de golven stonden te springen kwam er iemand door de zee heen waden of we marihuana of cocaïne wilden kopen?). Een krokodil in de zee, met deze golven? We doen het af als onzin. Maar dan vertellen de hostel eigenaren en meerdere locals dat er wel degelijk krokodillen hier zitten en dat het dus heel goed mogelijk is dat wij op een paar meter van zo’n beest hebben gezwommen. De zee laten we vanaf dat moment maar voor wat het is, kijken vanaf het strand bevalt ook prima.
Ik ga dan wel niet surfen, maar ik doe ook bepaald geen rustig strand weekje. Zoals hierboven al beschreven, ben ik hier voor de bioluminescentie. Dit is plankton wat oplicht in het donker. Ik dacht altijd dat dit alleen op de Maldiven te zien was, en aangezien de Maldiven mij buitengewoon saai lijken, had ik de hoop ooit bioluminescentie te zien opgegeven. Vlak voordat ik Mexico inging, kreeg ik te horen dat dit echter ook hier (en op heel veel andere plekken op de wereld, zelfs Ameland, ik ben zo goed geïnformeerd) te zien is en heb ik dit dus weer bovenaan de lijst gezet. Samen met de Argentijnen en een opgepikte Duitser ga ik naar Laguna Manialtepec, waar we in het donker aankomen. Daar stappen we in een klein vissersbootje en varen we 20 minuten lang over het meer. Deze boottocht op zich, in het pikdonker over het doodstille water onder een prachtige sterrenhemel, is al een excursie op zich. Na 20 minuten komen we bij een enorme in het water opgezette tent aan. Aangezien de maan schijnt, is de plankton niet te zien dus zijn ze hier zo aardig geweest om een dik zwart zeil te spannen. Het is even slikken om in dit donkere gat in het water te springen, maar ik bedenk me dat ik deze reis veel grotere angsten heb overwonnen en neem een duik. Al snel vinden we uit dat het achterin de tent het donkerst is en de plankton daar het beste te zien is, en we komen in een onwerkelijke wereld terecht. Het is pikzwart hier, we zien geen hand voor ogen en zwemmen dus als een stel botsballen rond en tegen elkaar aan. De bioluminescentie is magisch, niet in woorden te beschrijven. Het plankton licht op bij beweging, en daardoor is je hele lichaam onder water verlicht. Op het oppervlak zijn de individuele plankton zichtbaar, en daardoor is het net of je tussen de sterren zwemt. Als je je armen omhoog uit het water haalt glijdt het plankton en het water er vanaf, en lijkt het net of er sterren over je armen glijden. Natuurlijk zijn wij vijven volwassen genoeg om een enorm watergevecht te houden. Dat is ook de enige manier om uit te vinden waar de rest zich bevindt. Behalve dat er natuurlijk een enorme waterhoos uit die richting komt, ontstaat er voor een fractie van een seconde een silhouet gemaakt uit sterren als het water een andere persoon raakt. Als we het water als een fontein uit onze mond spuiten (nogmaals, supervolwassen groep hier) schieten de lichtstralen en vallende sterren door de lucht. Ik weet dat ik maar blijf herhalen dat het sterren zijn, maar het is echt de enige manier om dit te beschrijven. Aan iedereen die dit blog leest zou ik willen aanraden om ooit met biolumiscentie te zwemmen bovenaan je bucketlist te zetten. Hoe jong of oud je ook bent, dit is echt een buitenaards gave ervaring.
Ik hou het niet bij deze ene excursie, een dag later ga ik mee met het vrijlaten van baby-schildpadden. Aan de Caribische kant komen de schildpadden alleen in ons najaar, maar hier aan de Pacifische kust blijven ze het hele jaar hangen en eieren leggen. Deze eieren worden door sommige mensen als een afrodisiaca gezien en daarom lopen er ’s avonds vaak stropers over het strand om de eitjes op te graven en te verkopen. Een groep prachtige mensen heeft daarom hier een organisatie opgericht die elke dag alle eitjes uitgraaft, in een veilige omgeving uitbroedt en als de schildpadjes zo'n 50 dagen later geboren worden, weer in de zee uitzet. Dit hele gebeuren kost natuurlijk geld en daarom laten ze mensen voor een kleine bijdrage meehelpen met het vrijlaten. Voor hen een noodzakelijke bron van inkomsten, voor ons een fantastische ervaring. Allereerst krijgen we een uitleg over de organisatie, de verschillende soorten schildpadden en de gevaren die zij moeten trotseren. Niet alleen de stropers zijn een probleem, ook volwassen schildpadden lopen gevaar omdat in bepaalde werelddelen schildpaddensoep als een delicatesse wordt gezien. Maar het grootste gevaar is plastic. Dit compleet overbodige spul is een van de grootste nachtmerries van de natuur. Het vergaat niet, en heel veel plastic komt in de zee terecht. De dieren raken erin verstrikt of eten het op waardoor zij dood gaan. De organisatie smeekt ons om op te letten zo min mogelijk plastic te verbruiken. Geen rietjes in je drinken, haal vers eten van de markt in plaats van voorverpakt uit de super. Ik begin een beetje als een activist te klinken, maar tijdens deze reis wordt ik regelmatig met mijn neus op harde feiten gedrukt. Onze wereld is zo adembenemend mooi, maar door de arrogantie, expansiedrift en gemakzucht van de mens zijn wij deze pracht in rap tempo kapot aan het maken. Dus wil ik dit blog voor één maal gebruiken om een oproep te doen: in godsnaam, wees voorzichtig. Gebruik zo min mogelijk plastic, koop producten die op een natuurvriendelijke manier zijn gemaakt, en vooral: RECYCLE. Na deze indrukwekkende speech is het tijd voor wat mooiers: tijd om kennis te maken met onze baby’s! We krijgen allemaal een halve kokosnoot met een inimini schildpadje erin. Het is belangrijk dat wij deze beestjes niet aanraken aangezien ze pas een uur oud zijn en dus zeer kwetsbaar. De sporen van zonnebrand, zeep en andere chemicaliën op onze handen zijn niet goed voor ze. Maar die van mij kan echt niet wachten om vrij te komen en blijft maar over mijn handen klimmen… We worden aangespoord om onze baby een naam te geven en alle liefde en positieve energie die we hebben met ze mee te geven. Een naam geven is niet zo moeilijk. Voor het geval dat het nog niet duidelijk was, ik mis mijn reismaatje hier heel erg. Dit soort momenten had Lisanne bij moeten zijn, en dus noem ik mijn schildpadje Sunshine (ook wel toepasselijk in dit klimaat). Op het strand, een paar meter van de branding, is een touw gespannen waarachter wij staan (aan de andere kant mogen wij niet komen zodat het ecosysteem niet verstoord wordt), en dan laten we de beestjes los in het zand. De meesten weten feilloos wat ze moeten doen en kruipen recht op zee aan, maar Sunshine doet haar naam eer aan en hobbelt, net als Lisanne zou doen, vastberaden de verkeerde kant op. Ik snap het eerlijk gezegd wel, de golven zijn ruim anderhalve meter hoog en zij is misschien net 5 cm groot, als ik haar was zou ik ook zo snel mogelijk weg van die monsterlijke, bulderende zee gaan. Gelukkig gaat haar instinct al snel werken en keert ze zich recht op de zee toe. Het is nogal een eind voor dat kleine diertje en een paar spannende minuten volgen. Zolang ze niet in de zee is, loopt ze gevaar van roofdieren zoals krabben en meeuwen. Luid roepend spoort iedereen zijn of haar kindje aan. Het is tergend als ze bij de branding komen, meerdere golven komen tot op een haar na bij de schildpadden, maar haalt ze net niet. Maar dan plotseling slaat er een enorme golf stuk op het strand en overspoeld Sunshine. Als de golf wegtrekt, is zij ook weg. Ze heeft het gehaald! Het blijft echter niet bij deze ene schildpad, er zijn die dag ontzettend veel eitjes uitgekomen dus we krijgen allemaal nog een baby. Deze tweede is een stuk rustiger in de kokosnoot dus de wandeling naar het touw is voor mij wat minder stressvol. In eerste instantie wil ik haar Love noemen, omdat ik het meest op de hele wereld geloof in liefde. Het voelt echter niet goed, en dan komt een andere, tevens ontzettend cliché, naam in me op: Hope. Nogmaals, echt niet origineel, maar ik vind het perfect passen. Hope doet het in tegenstelling tot Sunshine wat beter op het strand: in één rechte lijn stevent ze op de zee af en binnen twee minuten is ook zijn door de golven opgeslokt. In principe kunnen zeeschildpadden, alle gevaren van jagers en afval even weggelaten, 70 jaar oud worden. Ze hebben geen zendertje dus ik kan ze niet volgen, maar ik vind het een heerlijk idee dat voor de rest van mijn leven Sunshine en Hope door de zee zwemmen.
De dag erna is het vroeg op, we gaan dolfijnen opzoeken! De tour agency vertelt mij dat er bijna altijd zeeschildpadden en dolfijnen te zien zijn, en met geluk ook walvissen en orka's. De walvissen staan op het punt om te migreren, dus die gaan we waarschijnlijk niet zien. De voornaamste reden voor mij echter om mee te gaan zijn de orka's, deze in het wild zien staat al heel lang op mijn bucketlist. De afgelopen 5 dagen hebben ze zich elke dag laten zien en zijn zelfs naast de boot komen zwemmen, dus er is hoop! Om de ergste hitte te voorkomen vertrekken we vlak na zonsopgang. Met maar 3 man en twee kleuters zitten we in een heel klein vissersbootje en gaan we ver de zee op. Er zijn meerdere bootjes onderweg (sommige tot de rand toe volgepakt met toeristen, wat ben ik blij in mijn kleine bootje), en de gidsen houden via walkietalkies contact met elkaar als ze iets zien. We zijn nog geen minuut onderweg als we de eerste zeeschildpadden tegenkomen. Wat is het gaaf om te zien hoe groot en mooi de baby’s van de dag ervoor ooit zullen worden! Een paar minuten later komen we een groepje dolfijnen tegen. Samen met 6 andere bootjes zien we de dolfijnen een paar meter voor ons door het water schieten. In Curaçao heb ik ze natuurlijk van heel dichtbij gezien toen ik een dagje meeliep in het dolfijnencentrum, maar eerlijk gezegd vind ik dieren in gevangenschap geen zak aan. Ik snap dat dierentuinen en aquaria voordelen hebben wat betreft onderzoek en voortplanting, maar een wild dier in gevangenschap vind ik niet mooi, ik vind het hartverscheurend. Hier, in hun eigen leefomgeving, zijn ze prachtig en majestueus. Deze dolfijnen hebben echter een beetje een ochtendhumeur en helemaal geen zin in al deze heisa en gaan er snel weer vandoor. Weer verder dus. Onze kapitein krijgt te horen dat er walvissen zijn gespot, wat een geluk! Met een noodvaart kletteren we over de golven heen tot we ergens weer vier andere bootjes tegenkomen. Het is even afwachten, maar dan komt er in ons cirkeltje van boten een rug met vin hoog uit het water! Al in IJsland heb ik ooit een walvistour gedaan en dat was ook supergaaf, maar die boot was een stuk groter en de walvissen verder weg. Deze walvissen zijn in het heldere water, maar een paar meter van ons vandaan, heel goed te zien. Onze gids weet ons zo te manoeuvreren dat wij tussen de walvissen en de andere bootjes komen waardoor we het beste uitzicht hebben. De zon is net aan het opkomen en schittert over het water heen, en naast dit prachtige zicht komen vervolgens twee vinnen naast elkaar metershoog het water uit. Wat ontzettend indrukwekkend! Wat deze enorme beesten onze mini bootjes aan zouden kunnen doen en dat we kilometers van de kust af zitten, verdwijnt achterin mijn hoofd, dit is zo ontzettend gaaf. Als de walvissen weer verder gaan, splitten de bootjes op en gaat iedereen zijn eigen weg. Ik vraag de gids of we orka’s gaan zien, en hij zegt dat er geen meldingen van orka’s zijn dus dat we die helaas niet tegen gaan komen. Het is een bittere teleurstelling die ik weg moet slikken. Aan de andere kant heb ik deze, en de vorige, reis zoveel dingen van mijn wenslijst afgetikt dat er bijna niets meer op staat. Zo blijft er nog wat te dromen. De excursie is echter nog lang niet afgelopen en onze gids laat zijn skills zie als hij ons recht op een enorme groep dolfijnen afvaart. Deze groep bestaat uit meer dan 50 dolfijnen die ons helemaal leuk vinden. Ze schieten onder de boot door, voor ons uit en springen vlak naast en voor ons het water uit. Ze geven een enorme show weg, en we zijn de enigen hier om dit te aanschouwen! Na een paar minuten springt er naast ons een klein ding voor een dolfijn uit. Het is weg voordat we het doorhebben, en we denken dat het een uit de kluiten gewassen vis is. Maar dan gebeurd het nog en keer en hebben we beter zicht. Dit is geen vis, dit is een baby-dolfijn! Zelfs de gids staat te jubelen, een baby zo jong zien is kennelijk heel zeldzaam. Ik ben nog steeds teleurgesteld over het missen van de orka's, maar een baby dolfijn zien maakt wel een hele hoop goed. Het hompie krijgt steeds meer zelfvertrouwen en komt steeds dichterbij, en begint ook hele shows weg te geven. Wauw, wauw, wauw, zo gaaf. Na een minuutje of 20 zijn ze het zat en dwalen wat af, waarop onze gids nogmaals zijn dolfijnen-skills laat zien. Als een gek begint hij kleine cirkels te varen en ja hoor, dit vinden ze zo leuk dat ze terug komen en weer om ons heen beginnen te springen! Het bootje is zo klein en ze komen zo dichtbij dat we, als we zouden willen, ze kunnen aanraken. Na nog een supergaaf kwartiertje druipen ze af, en dan is het voor ons ook tijd om terug te gaan. De zon brandt inmiddels ook zo fel dat het ook wel fijn is om de schaduw weer op te zoeken.
Na deze excursie doe ik het even wat rustiger aan. Ik boek nog wat nachtjes bij omdat ik inmiddels helemaal thuis ben in dit hostel en op het strand, bezoek de Argentijnen die naar een prachtige nabijgelegen rustige baai zonder krokodillen zijn vertrokken, en doe verder he-le-maal niets. Onverwachts is deze week aan het strand, een paar van de beste dagen uit mijn reis geworden.

  • 24 Februari 2018 - 20:09

    Leonie:

    Samen met de filmpjes en foto's maakt het schitterend geschreven blog het beeld compleet. Wat een prachtige afwisselende reis. Nog anderhalve week en dan staan we klaar op Schiphol. Dikke kus.

  • 24 Februari 2018 - 22:02

    Lisanne:

    Wat een fantastische verhalen weer! En ik vraag mij hard af waarom ik werken in dit koude Nederland heb gekozen in plaats van deze indrukwekkende reis met jou meemaken. Over een paar jaar maar snorkelen om de grote Sunshine op te sporen! ;-)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Mexico, Puerto Escondido

The travel that was long overdue

Vamooosss otra vez!

Recente Reisverslagen:

14 Maart 2018

Mexico 2.0

24 Februari 2018

Mexico

16 Februari 2018

Maya

03 Februari 2018

Guatemala

26 December 2017

Costa Rica (en Panama)
Karen

Actief sinds 25 Dec. 2016
Verslag gelezen: 468
Totaal aantal bezoekers 91310

Voorgaande reizen:

13 Januari 2020 - 21 Februari 2020

The travel into the unknown

24 November 2018 - 25 December 2018

The travel into the wild

21 November 2017 - 08 Maart 2018

The travel that was long overdue

01 December 2016 - 01 Maart 2017

The travel of dreams

Landen bezocht: