Maya
Door: Karen
Blijf op de hoogte en volg Karen
16 Februari 2018 | Mexico, Palenque
Zo, begint de Popol Vuh, het heilige boek van de Maya. Zo ook, begon het profielwerkstuk dat Maaike en ik 12 jaar geleden over de Maya schreven. En zo dus ook, begon mijn fascinatie met Midden-Amerika en dit bijzondere volk. Twaalf jaar lang heeft het zien van de ruïnes die zijn overgebleven uit hun machtige tijdperk bovenaan mijn verlanglijst gestaan. In deze 12 jaar hebben de Maya in mijn hoofd mythische vormen aangenomen, en deze ruïnes zijn het doel van deze hele reis.
De Popol Vuh verhaalt, na de bovenstaande inleiding, over het ontstaan van de wereld en het ontstaan van de mens. Vervolgens vertelt het de saga’s van de grote helden. Deze helden zijn uiteindelijk de verre voorouders van de Maya-adel (de Popol Vuh is dan ook waarschijnlijk door de adel geschreven om hun bevoordeelde positie te legitimeren). Grofweg zijn er drie verschillende Maya-perioden; de pre-klassieke periode van 1000 v.C. tot 250 n.C. waarin dorpen ontstonden; de klassieke periode van 250 n.C. tot 950 n.C. waarin urbanisatie, het schrift, politieke vormen en monumentale architectuur ontstond; en de post-klassieke periode van 950 n.C. tot 1539 n.C. toen de Spanjaarden binnen vielen. De complexen uit de klassieke periode, allen in het binnenland gelegen, zijn rond de 8e eeuw allemaal spontaan verlaten en de volkeren naar de kust vertrokken, waar de complexen uit de post-klassieke periode zijn gebouwd. Dit zijn dan ook de gemeenschappen die de Spanjaarden vonden en hebben overgenomen, de complexen in het binnenland hebben zij nooit gevonden. Eén van deze Spanjaarden, de priester Pedro de Alvaredo, had in andere Latijns-Amerikaanse landen al de complete destructie en genocide van de inheemse volkeren door de Spanjaarden gezien en heeft zijn regering zo ver gekregen de Maya te laten voor wie zij waren, zolang ze zich maar bekeerden tot het christendom. Goed Christen als hij was, heeft hij wel bijna alle boeken van de Maya, inclusief de Popol Vuh, verbrand, waardoor er vandaag de dag nog maar vier originele boeken over zijn en wij alleen kunnen gissen hoe de Maya aan hun ongekende astrologische, mathematische en architectonische kennis kwamen. Deze zelfde Pedro de Alvaredo besefte zich tijdens zijn leven nog dat hij een enorme fout had gemaakt en heeft vervolgens met behulp van de Maya een deel van hun boeken herschreven, hierdoor kennen we toch nog de inhoud van bijvoorbeeld de Popol Vuh. Het meest bekend van de Maya is hun kalender. Of je er nou in geïnteresseerd bent of niet, iedereen heeft waarschijnlijk wel gehoord van de voorspelling dat in december 2012 de wereld zou vergaan – dit is afgeleid van het feit dat de Maya-kalender dan ophoudt. De kalender is opgebouwd als een soort trap van meerdere perioden, elke periode korter dan die ervoor en de laatste, kortste periode eindigde in 2012. Dat de wereld dan zou vergaan hebben de Maya nooit zo gezegd, simpelweg dat we een nieuw bewustzijn en een nieuwe cyclus in zouden gaan. Sterker nog, op ruïnes in Palenque zijn teksten gevonden die gebeurtenissen uit het jaar 4772 ná Christus voorspellen. Willen deze gebeurtenissen plaatsvinden, dan zal de wereld nog moeten bestaan en het is dus zeer onwaarschijnlijk dat de Maya dachten dat wij millennials allemaal de zure lotsbestemming hadden om het einde der tijden mee te maken.
Hoe leuk en mooi ik alle voorgaande plaatsen ook vond, ik heb mezelf elke dag tegen moeten houden om niet linea recta naar het Petén gebied, waar de meest indrukwekkende ruīnes te vinden zijn, te trekken en de rest van Guatemala maar over te slaan. Nu is het moment dan eindelijk daar! Tijdens de negen uur durende busrit verandert het landschap drastisch, van de hooglanden komen we nu in de lage regenwouden terecht. Weg zijn de bergen met dramatische uitzichten, het noorden van Guatemala is vele malen vlakker en drassiger (wat betekent dat ik voor het eerst deze reis een weg zie die meer dan 20 meter lang rechtuit gaat, best fijn). De meeste mensen verblijven in Flores om van daaruit de ruïnes te bezoeken. Flores is een mini-eilandje in een meer wat letterlijk van rand tot rand is volgebouwd. Ik zit aan de overkant van Flores op het vaste land in het dorpje San Miguel, een klein jungle-dorp wat uit niet meer bestaat dan twee hotels en een handjevol huizen. Wat we ook nodig hebben, we moeten ervoor met de gammele vissersbootjes naar Flores. Dit is een tochtje van 5 minuten en kost ongeveer 30 cent en ik vind het heerlijk, ik betrap mezelf erop dat ik af en toe een smoes verzin om maar met die bootjes te kunnen. Flores mag dan heel klein zijn, het is mega toeristisch en vooral ’s avonds kunnen we vanaf ons balkon de muziek horen dreunen en de lichten zien zwaaien over het water, en elke avond weer ben ik heel erg blij dat ik in het doodstille San Miguel verblijf. Na een dag voegt een Duits meisje die ik in Lanquín heb ontmoet, Inga, zich bij me. We hebben besloten de Sunrise tour in Tikal te doen, en daarvoor moeten we op het prachtige tijdstip van 2.15 ’s ochtends ons bed uit. Er waren tijden, voor mijn gevoel nog niet zo lang geleden, dat ik om dit tijdstip net begon met de bloemetjes buiten zetten – nu kom ik zo vroeg mijn bed uit om een historisch monument te bezoeken. Wat voel ik me volwassen (en een beetje nerdy). We vertrekken uit Flores onder een heldere sterrenhemel, maar tijdens de 1,5 uur durende rit naar Tikal betrekt het steeds meer en in Tikal zelf hangt een dikke mist. Helaas, een zonsopgang zullen we niet zien. We zijn met een klein groepje, 7 man, en lopen met onze gids een half uur door de dikke, onverlichte jungle (op dit tijdstip is een gids hierom ook verplicht). Halverwege springen mijn groepsgenoten voor mij plotseling uit elkaar en zonder iets te zien weet ik meteen hoe laat het is. Tot nog toe heb ik door stom geluk of snel handelen van Lisanne meerdere vogelspinnen ontweken, maar deze zit midden op ons pad – er is geen ontkomen aan. Terwijl de gids hem probeert op te pakken waardoor het beest panisch rond begint te rennen hou ik maar even een flink aantal meters afstand, maar zodra de gids hem met rust laat blijft hij stil staan en kan iedereen een foto maken. Stapje voor stapje kom ik dichterbij, stiekem ben ik toch wel heel nieuwsgierig. Uiteindelijk kom ik tot een halve meter dichtbij, en dan heb ik de grenzen van mijn dapperheid toch echt bereikt. Van de gids mogen we hem oppakken omdat volgens hem de spin ‘heel vriendelijk is', hiervoor bedanken we allemaal toch maar en na een uitgebreide foto-sessie lopen we weer door. Bij elke reis zit ik ongeveer twee maanden van tevoren al regelmatig rechtop in bed na een nachtmerrie over vogelspinnen, en deze nachtmerrie is dan nu uitgekomen. Het feit dat mijn grootste nachtmerrie en mijn grootste droom binnen een kwartier van elkaar uitkomen vind ik eigenlijk wel heel erg poëtisch. Want die droom, die ligt aan het einde van dit junglepad. Na een halfuur lopen komen we bij een, zo lijkt het, eindeloze trap uit die ons naar de bovenkant van Tikal’s hoogste tempel leidt. Vanaf hier kijken we neer op de jungle. Het is inmiddels 5 uur en nog steeds stikdonker en doodstil. Twee uur lang zitten we zo bovenop de tempel. Het blijft mistig dus helaas zien we echt niets van de zonsopgang, maar we horen wel de jungle langzaam wakker worden. Het begint met een enkele vogel, en langzaamaan voegen meerdere vogels zich bij het ochtendgezang. Later worden ook de krekels wakker en uiteindelijk, het meest magisch, de brulapen. Ondanks het gemis van de zon, toch een indrukwekkende ervaring. Om 7 uur gaan we weer naar beneden en begint de tour. Inmiddels is het licht en brandt de zon de mist weg, dus krijgen we steeds meer te zien. Van Tikal is maar ongeveer 10% opgegraven, dus tussen de jungle liggen her en der zichtbare ruïnes verspreid. De architectuur hier is smal en hoog, dus ondanks dat je vanaf de dichtbegroeide jungle grond niet ver vooruit kan kijken, zijn vanaf de toppen van de ruïnes de toppen van andere ruïnes te zien die boven de bomen uitsteken. Ontzettend gaaf! Behalve de ruïnes komen we ook allerlei bijzondere beesten in de jungle tegen. Verschillende soorten apen, vogels (waaronder toekans), en zelfs een kapibara! Wat een waanzinnige plek is dit, ondanks dat mijn verwachtingen wat betreft de Maya tempels toch echt niet bepaald laag lagen, worden ze dik overtroffen. Onze gids is helaas niet al te best, in gehaaste en onsamenhangende verhalen ratelt hij door over bepaalde nummers en dagen die heilig voor de Maya waren. In alle eerlijkheid, was alles voor de Maya heilig, van bomen tot beesten tot grondstoffen tot cijfers, en er zijn nogal wat cijfers om heilig te vinden. Mijn aandacht verslapt al snel en een aantal keer loop ik zelf wat rond. Ik had gehoopt dat hij het complex tot leven zou brengen door verhalen over de cultuur te vertellen, maar hij komt niet verder dan ‘dat weten we niet' (ook bij zaken waar ik zeker van weet dat we dat wel weten), of bijvoorbeeld ‘daar werden ceremoniën uitgevoerd'. Als we dan vragen wat voor ceremoniën, is het antwoord ‘goddelijke ceremoniën door priesters'. Niet heel erg informatief. Een aantal keer weet hij ons wel te boeien door bijvoorbeeld uit te leggen over de opstelling van de piramides. De Maya waren astrologisch gezien verreweg het meest ontwikkeld van elk volk ooit, en hun piramides staan allemaal opgesteld ten op zichte van jaargetijden, en in grotere schaal gevormd naar Orion. Niet alleen de Maya, maar ook de Inca, Azteken, Egyptenaren en Stonehenge vormden hun bouwwerken naar Orion. Waarom verschillende culturen die duizenden kilometers en duizenden jaren van elkaar vandaan leefden allemaal voor Orion kozen is een raadsel, maar zelfs als skeptische atheïst moet ik toegeven dat er waarschijnlijk iets is met Orion wat onze samenleving heden te dage, niet begrijpt. Een ander mooi verhaal grijpt terug op de Popol Vuh. De Maya geloofden in reïncarnatie en in de Popol Vuh staat een verhaal over twee broers, die, toen zij overleden, aan de goden vroegen of zij mochten terugkeren op aarde. De goden stonden dit toe en lieten de broers als bomen terugkeren. De ene broer, een slechte man, keerde terug als een witte boom, de andere, een goede man, keerde terug als een oranje boom. De witte boom geeft een wax af die uiterst giftig is, als je dit op je huid smeert zie je er binnen enkele minuten uit als een luipaard met allemaal zwarte vlekken op je huid. Het enige tegengif is de wax van de oranje boom, de goede broer, die altijd in de buurt van de witte boom groeit. In principe ben ik als opper scepticus de absolute tegenhanger van de Maya die werkelijk overal iets heiligs of spiritueels in zagen, maar hier, op deze plek, voel ik de magie. Misschien is het het gevoel van geluk dat ik hier eindelijk ben, misschien hangt er echt iets heiligs in de lucht – hoe dan ook hangt er een bijzondere sfeer en ik ga intens gelukkig weer terug naar het hotel.
De dag na Tikal vertrekt Inga en sta ik er weer alleen voor. Achter San Miguel, op 10 minuten lopen, ligt nog een complex wat ik bezoek. Dit complex, Tayasal, ligt nog compleet onder de begroeiing. Tijdens mijn verblijf hier wordt er net een nieuwe Maya stad ontdekt diep in de jungle van Guatemala. Op nu.nl was het maar een kort artikel in de rubriek ‘overig', hier staat het dagenlang op de voorpagina en is het het gesprek van de dag. Dit complex is ontdekt aan de hand van scans gemaakt door drones en heeft het beeld van de Maya in één klap compleet veranderd. Waar eerst geschat werd dat er zo'n 5 miljoen Maya waren, denken ze nu meer richting de 15 miljoen. Tevens is er een grote verdedigingsmuur en een goed wegennet ontdekt, waardoor duidelijk is dat de Maya zich veel beter voor aanval van buitenaf beschermden, en tegelijkertijd veel inniger contact met andere steden hadden, dan eerder gedacht. Eén van de onderzoekers in dit project blijkt op 100 meter afstand van de buitenste verdedigingsmuur te hebben gestaan, maar dacht dat deze een heuvel was en is omgedraaid (ik ben plaatsvervangend misselijk voor deze man, wat moet dat zuur zijn om er later achter te komen dat je zó dicht bij een onontdekte stad hebt gestaan). Dit klinkt misschien als een beetje domme onderzoeker, maar in Tikal al ondervind ik aan levende lijve hoe onzichtbaar de begroeide ruïnes zijn. Als we op een gegeven moment over een pad lopen wijst de gids een heuvel naast ons aan en verteld ons dat dat een tempel is. Oké, dat kan. Maar dan verteld hij ons dat we niet onderaan, maar halverwege de tempel op de tweede verdieping staan en het ravijn aan onze andere kant geen ravijn, maar de afdaling van de onderste verdiepingen is! Onvoorstelbaar. Ook Tayasal naast San Miguel is niet te ontdekken als complex zonder de informatie borden. De hoogste tempel is nu een uitzicht punt vanwaar je een prachtig zicht hebt op Flores en het omringende meer. Ik ga rond zonsondergang (als goedmakertje voor de gemiste zonsopgang), en struin wat rond. Er schijnen daar rond de 200 (!) gebouwen onder de begroeiing te liggen, en behalve de hoogste tempel kan ik ze echt niet ontdekken. Volgens de gids in Tikal liggen er in Guatemala en Belize nog zo’n 1000 onontdekte Maya steden, en degenen die ontdekt zijn liggen ook nog voor 90% onder de jungle. Dit komt erop neer dat geen enkele heuvel of richel in deze landen automatisch als natuurverschijnsel mag worden weggezet, de kans is net zo groot dat je over een Maya-ruïne loopt. Wat een bizar en onwerkelijk idee.
Dan is het alweer tijd om verder te gaan. Ik vertrek niet alleen uit San Miguel, maar ook uit Guatemala. De volgende stop is Palenque in Mexico, en dit is het complex waar ik het meeste naar heb uitgekeken. Ik verblijf de eerste nacht in het dorp zelf, en trek dan door naar het nationale park waar de ruïnes liggen. Dit park is naast een archeologisch monument, ook een reservaat voor brulapen. In het park ligt Panchan, een soort mini-dorp van cabana’s en restaurantjes die via een wirwar van bruggetjes en paadjes met elkaar verbonden zijn. Na drie dagen verdwaal ik nog steeds, maar het is er heerlijk. De cabana’s staan midden tussen de meest bijzondere planten en bloemen, er loopt een beekje en ik kom allerlei exotische dieren tegen. Naast natuurlijk de vele vogels (als ik even voor mijn deur zit komt er een kolibrie nieuwsgierig voor mijn neus hangen), kom ik weer een kapibara tegen. De apen laten zich niet zien, maar wel horen. Overdag zijn ze redelijk rustig, maar zeker rond de dauw en schemer is het een kakafonie van brulapen om me heen. Fantastisch! Maar het mooiste hier zijn voor mij natuurlijk de ruïnes. Net als Tikal stamt Palenque uit de klassieke periode en deze twee steden waren machtige bondgenoten. Palenque is in de 7e eeuw geregeerd door de meest bekende, en meest machtige, Maya—koning ooit: Pakal (of, in zijn geheel: K'inichJanahb' Pakal II). Tot de dag van vandaag is Pakal met 68 jaar nog steeds een van de langst heersende vorsten ter wereld. Onder zijn leiding, en die van zijn zoons na hem, is Palenque enorm uitgebreid. De machtige tempels en zijn paleis staan nog steeds fier overeind en ook vele reliëfs en hiërogliefen zijn bewaard gebleven. Pakal is vooral bekend om zijn tombe, waar op de grafsteen een prachtig reliëf te zien is en zijn van jade gemaakte doodsmasker is gevonden. De grafsteen is meesterlijk gegraveerd en het bekendste Maya reliëf dat vandaag de dag rondgaat. De scene op de steen verbeeld Pakal’s wederopstanding uit de aarde als hij na zijn dood wordt herboren. Hij wordt dan de god van het Mais. In Maya mythologie werd de mens gecreëerd uit maismeel, wat aangeeft hoe belangrijk deze god, en daarmee Pakal, was. Deze grafsteen en hat masker zijn de meest afgebeelde voorwerpen als het om de Maya gaat, samen met hun kalender. Beide objecten zijn echter niet meer voor publiek te zien, aangezien er voor het tentoonstellen van dit soort voorwerpen een verzekering van 20 miljoen dollar per object nodig is, en dat soort geld hebben ze hier niet. Het lichaam van Pakal is ook verplaatst, wat op zich wel prettig is aangezien dit gebalsemd was met extreem giftige stoffen. De tombe is er nog wel en zelfs toegankelijk voor publiek. Ondanks dat ik Tikal waanzinnig vond, vind ik Palenque persoonlijk veel mooier. Hier mogen we ook, in tegenstelling tot Tikal, op 1 na, alle tempels en paleizen in en op, en deze mogen we ook beklimmen via de originele trappen! In Tikal hadden ze buitenom houten trappetjes gebouwd en ondanks dat dat veel veiliger is (de Maya trappen zijn extreem stijl met hele smalle treden), is het beklimmen van de originele trap natuurlijk veel leuker. De architectuur is heel anders, waar in Tikal de tempels hoog en smal waren, zijn ze hier lager en breder. De gebouwen van Palenque zijn beter bewaard gebleven en liggen dichterbij elkaar. Daarbij hebben ze de ruimte tussen de gebouwen vrijgemaakt waardoor er een veel beter overzicht is van hoe het er hier als totaal uitgezien moet hebben (de Maya zelf hadden hun steden ook ontbost). Waar ik in Tikal voornamelijk massieve muren en tempels zag en me afvroeg waar ze dan in godsnaam woonden in die paleizen om dat er met de beste wil van de wereld geen kamers en gangen in te ontdekken waren, is het paleis van Pakal veel duidelijker. De gangen, de kamers, de binnenplaatsen, alles staat nog. Samen met de prachtige reliëfs en de ontelbare informatie borden die overal staan opgesteld is het makkelijk om een voorstelling te maken van hoe het eruit moet hebben gezien. Op sommige plekken is zelfs nog een beetje kleur te zien! Naast de tombe van Pakal spendeer ik veel tijd in de binnenplaats van zijn paleis waar de krijgsheren samenkwamen, het plein waar bezoekers ontvangen werden en krijgsgevangenen tentoongesteld werden, en het ondergrondse gangenstelsel. Voor de Maya symboliseerden grotten de weg naar de onderwereld en ondergrondse gangen stonden gelijk aan grotten. In deze doorgangen bevonden zich de geesten van goden en voorouders. Ondanks dat het redelijk druk is in het park, komt er niemand in deze gangen en ik dwaal hier alleen rond. Net als in Tikal voel ik ook hier weer een aparte sfeer, het is een beetje creepy maar wel heel bijzonder. Mooi ook vind ik de gracht die naast het paleis loopt. Als Amsterdammer met liefde voor onze grachtengordel moet ik hier natuurlijk even bij stilstaan! Het mooiste reliëf vind ik in een kleinere tempel, gebouwd door een zoon en opvolger van Pakal (K'inich Kan Jay-Chitam II), als eerbetoon aan zijn overleden broer. Op dit reliëf voert deze overleden zoon, K'inich Kan Bahlam II samen met zijn moeder IxTz'ak-b'uAjaw een belangrijke waterdans uit. De steden uit de klassieke periode zijn door een combinatie van verschillende oorzaken, waaronder een extreme droogte, verlaten. Deze dans zal dus rond de tijd van deze koning veel uitgevoerd zijn. Ik eindig deze dag op het speelveld. De Maya speelden een balsport waar een mooie mythe achter zit. Het verhaal volgens de Popol Vuh ging om een familie met tenminste 4 zonen. De vader van deze jongens werd door de goden gedwongen een balspel te spelen en is daarna door deze goden onthoofd. Twee zoons (niet dezelfde als van de bomen) besloten hierop wraak te nemen, speelden het balspel tegen de goden, en nadat zij wonnen onthoofdden zij de goden. De ballen waarmee het spel door de Maya werd gespeeld, symboliseerden het afgehakte hoofd van deze goden. Deze bal moest door verticale ringen aan de muur worden geworpen om te scoren, en hierbij mochten alleen de heupen en het bovenlijf (niet de armen) gebruikt worden. Iedere zichzelf respecterende stad had op zijn minst één speelveld, maar de grootte verschilde. Tikal had maar een kleintje van 12 meter waar waarschijnlijk 1-op-1 werd gespeeld; het grootste speelveld bevind zich in Chichen Itza en is wel 360 meter lang en hier werd door grotere teams tegen elkaar gespeeld. Vaak werden krijgsgevangen gedwongen om te spelen, en als zij verloren werden zij geofferd. Het spelen van dit spel en geofferd worden voor dit spel was echter zo’n enorme eer dat soms juist niet de verliezers, maar de winnaars werden geofferd. Zouden ze bij Ajax eens moeten doen, winnen we misschien die Champions League nog een keer.
Ondanks dat er nog veel, veel meer complexen van de Maya te bezoeken zijn, houdt het voor mij na Palenque (voor nu) even op met de ruïnes. Diegenen die nu aan het einde van dit blog een beetje balen dat ze zomaar een historisch betoog door hun strot gedouwd hebben gekregen: ik beloof dat de volgende blogs gewoon weer gaan over de natuur, steden, en mijn planning waar ik verrassend genoeg weer eens een zooitje van heb gemaakt!
-
16 Februari 2018 - 22:27
Loek:
Ik baal helemaal niet , ik vind het telkens weer een genot om je reisverslag te lezen. En .... zoals eerder gezegd en geschreven zou je dit soort verslagen in paperback uit moeten brengen.
Maar genoeg zoete koekjes, we hopen dat ook het laatste stukje geweldig wordt en eindigt met een behouden thuiskomst. Veel plezier voor de komende tijd. -
16 Februari 2018 - 22:36
Loek:
ken je de serie "De ultieme tocht door Zuid-Amerika Walking the Americas" -
19 Februari 2018 - 16:16
Papa:
Na eerst mijn tong in een knoop te hebben gelegd voor het lezen van de eerste regels weer ademloos de volgende 30 minuten je blog gelezen. En nee ik baal ook niet, ik had het gevoel dat ik midden in de reis zet. Geweldig! Dat niet alleen de Maya's dit soort bouwwerken hadden heeft volgens sommige "geleerden" te maken met het feit dat buitenaardse wezens in die periode zijn geland. Ach ja, als je dit wilt geloven is mij best, ik geloof ook in Sinterklaas en de paashaas.
Dat van dat spel hebben wij in december in Museum Naturalis in Leiden gezien. Lijkt mij zeer moeilijk, kunnen de heren van Ajax nog van leren.
liefs
papa
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley