Rwanda - Reisverslag uit Kigali, Rwanda van Karen - WaarBenJij.nu Rwanda - Reisverslag uit Kigali, Rwanda van Karen - WaarBenJij.nu

Rwanda

Door: Karen

Blijf op de hoogte en volg Karen

14 December 2018 | Rwanda, Kigali

Na een korte wandeling door het dorp waarbij de Pygmeeën en vertegenwoordigers van de gemeenschap demonstraties geven van hun dansen, levenswijzen en homeopathische kennis, is het tijd om Bwindi, en Oeganda, te verlaten. Grace brengt ons naar de grens waar we door een collega van hem worden opgewacht, en dan rijden we Rwanda in. Het is even wennen zo zonder onze Grace - ineens moeten we zelf plannen en nadenken, en dat is even lastig. In principe hadden we een plan voor de paar dagen hier, maar dat veranderd (heel verrassend) binnen 2 uur na aankomst in dit land. We worden afgezet in Gisenyi, waar we een hotel hebben geboekt dat zich op het internet wat anders voordeed dan het in werkelijkheid is. Vooral de lokatie, volgens hun website aan het strand, blijkt niet helemaal te kloppen. We zitten 2km weg van het meer in een modderige straat tussen lemen huisjes in. In eerste instantie zijn we daar goed geïrriteerd over, maar langzaamaan gaan we de voordelen zien. De acht dagen met Grace waren fantastisch, maar omdat hij alles voor ons verzorgde hebben we geen enkel contact met de lokale bevolking gehad - we zijn niet eens naar de supermarkt geweest. Hier zijn we op onszelf aangewezen en heel veel lokaler dan onze straat wordt het niet, en dat is eigenlijk gewoon super leuk. Rwanda is niet bepaald een toeristen hotspot, Gisenyi nog minder, en onze buurt al helemaal niet. Wij trekken dus redelijk de aandacht op straat. Niet op een negatieve manier; zelfs in het stikdonker kunnen we veilig door de onverlichte achteraf straatjes lopen. Het is vooral heel grappig. Als we op het strand liggen, stuurt een opa zijn peuter op ons af om een handje te geven, spreken meerdere mensen ons nieuwsgierig aan, en vormt zich uiteindelijk een kring om ons heen van andere strandgasten. Ze houden een respectvolle afstand, maar zitten ons wel allemaal ongegeneerd aan te staren (en nee, ze liggen niet, maar zijn letterlijk in een kring gaan zitten om ons te bekijken). Het leukste is eigenlijk toch onze straat. Als we op een gegeven moment buiten de poort van het hotel staan, komen de kinderen als vliegen op ons af. In het begin wat verlegen, maar langzaamaan beginnen ze te zingen en te dansen en hele shows weg te geven voor ons. Één klein jongetje is dapper genoeg om een handje te komen geven, en dat geeft de rest ook moed. Vanaf dat moment komen ze om het minste of geringste een high-five geven (en dat houdt aan - de volgende dagen komen er elke keer dat we door de straat lopen overal kinderen vandaan om een handje te schudden). Het hele gebeuren wordt nogal een luidruchtig spektakel waardoor er steeds meer kinderen en zelfs volwassenen bij komen staan. Als uiteindelijk eerst Lisanne en daarna ook ik meedansen kan de pret niet meer op - de hele straat staat te joelen en klappen. Het is zo simpel allemaal, maar één van de momenten die ons heel lang bij zal blijven.
 Na twee dagen bijzonder weinig te hebben uitgevoerd in Gisenyi (wat ook de planning was, zodat we even de safari konden verwerken), trekken we door naar Kigali. Hier zitten we in een compleet andere wijk dan in Gisenyi, ons hotel ligt nu tussen alle ambassades en internationale kantoren van bijvoorbeeld de VN in. Hier zijn wij dus ook een stuk minder opzienbarend. De eerste dag lopen we hier wat rond, vinden de Nederlandse ambassade, drinken wat koffie op een terras met uitzicht over de hele stad, en proberen ons vooral voor te bereiden op de dag die komen gaat.
De tweede dag gaan we al wandelend op pad. De chique buurt uit, door het centrum en langs de sloppenwijken. Ook hier geen moment van onveiligheid, iedereen wenst ons een heel warm welkom. Zo lopen we een paar kilometer door de stad tot we aankomen bij het Genocide Memorial. Deze plek is een museum en begraafplaats ineen. In Rwanda zijn overal honderden Memorials te vinden, maar dit is de belangrijkste. Het museum begint met een filmpje van drie 'survivors' die hun verhaal vertellen. Hoe ze werden verraden door hun beste vrienden, hoe ze hun hele familie afgeslacht hebben zien worden. Daarna volgt de expositie die verteld hoe het allemaal is begonnen. Tot de 20e eeuw leefden Hutu's en Tutsi's in relatieve vrede met elkaar, trouwden onderling, en hadden de mogelijkheid om van groep te veranderen. Dit totdat de Duitsers het land bezetten, maar die hadden het best druk met de lokale bevolking van Namibië uit te roeien en in Europa met WO1, en lieten Rwanda (in die tijd nog één met Burundi) redelijk met rust. In 1917 kwamen de Belgen en die hebben uiterlijke kenmerken bepalend gemaakt voor onderscheid in groepen, id-kaarten ingesteld zodat een ras vast lag, en de groepen hard tegen elkaar uitgespeeld (letterlijk 'verdeel-en-heers-politiek'). Hierdoor is er voornamelijk vanuit de Hutu's een intense haat naar de Tutsi's ontstaan. Er zijn al meerdere massa-moorden gepleegd in de jaren '50 en '70, maar in 1994 is het volledig misgegaan. Extremisten hebben hun eigen president uit de lucht geschoten zodat ze een reden hadden om tot de aanval over te gaan. De Interhamwe, het leger van Hutu-extremisten, was getraind en bewapend door de Fransen, en hadden hun plan voor uitroeiing tot in de puntjes uitgewerkt. Ze hadden lijsten met namen, niet alleen van de Tutsi's maar ook van alle gematigde Hutu's. De volgorde waarin mensen vermoord moesten worden stond vast: eerst de leiders, de hoger opgeleiden, de topmensen, de rest kwam later. Plekken voor wegblokkeringen waren perfect uitgedacht, zodat er geen ontsnappen mogelijk was. Binnen 45 minuten nadat het vliegtuig met de president was neergestort, waren er in Kigali al duizenden mensen vermoord. Onderdeel van het plan was ook om 10 Belgische VN-soldaten te vermoorden, in de hoop dat aanwezige buitenlandse troepen zich terug zouden trekken. En dat is ook precies gebeurd. Toen de ellende uitbrak, hebben de VN en alle aanwezige landen zich teruggetrokken en Rwanda volledig aan haar lot over gelaten. De haat van de menigte was zo overweldigend dat niet alleen mannen en vrouwen, maar ook kinderen, baby's, het slachtoffer waren. Ondanks dat de Interhamwe bewapend werd door de Fransen, werden deze wapens amper gebruikt. Het sterven moest zo lijdzaam mogelijk zijn, dus werd er gekozen voor de meest pijnlijke methodes. Favoriet was een hand afhakken, een paar uur later de volgende hand, een paar uur later een voet, en zo door tot iemand uiteindelijk dood was. Uit voorzorg werden pezen doorgesneden, zodat mensen niet konden ontsnappen. We lezen dat in Kigali de straat niet bezaaid was met lichamen, maar met ledematen.
Sommige vrouwen werd het leven gespaard, maar was een erger lot toebedeeld dan vermoord worden. Zij werden stelselmatig onderworpen aan groepsverkrachtingen door mannen met HIV - dood gaan is niet het ergste wat er is. Ook specifieke gevallen van verraad worden belicht. Vooral de katholieke kerk heeft goed huisgehouden: meerdere priesters en nonnen hebben hun eigen gemeenschap in de val gelokt. Als we bij het verhaal staan van een priester die zijn gemeenschap van 2000 mensen in zijn kerk heeft laten schuilen en zodra ze binnen waren de deuren heeft gesloten en de opdracht heeft gegeven de boel plat te laten bulldozeren, worden we ruw uit het verhaal getrokken. Een Afrikaan die me al eerder irriteerde door de hele tijd met zijn camera voor ons langs te lopen, vraagt mij of ik een foto van hem wil maken. Het lijkt mij niet echt gepast om met dit soort achtergronden op de foto te gaan, maar goed, ieder zijn ding. Hij loopt wat te klooien met zijn telefoon, klikt wat op het scherm, en lijkt de techniek niet zo goed te snappen. Hij mompelt iets over selfies, en richt zijn camera op ons. Plotseling realiseer ik me dat hij een selfie wil maken. Met mij. Op deze plek. Geschokt kijk ik in de camera en hij klikt snel af en loopt door. Lisanne en ik kijken elkaar verbijsterd aan. We zijn het gewend om hier, maar ook in Zuid-Amerika, op straat door volkomen vreemden te worden aangesproken of we met ze op de foto te gaan. Normaal gesproken vinden we dat prima en best leuk als bevestiging dat we toch echt wat minder standaard landen bezoeken, maar in dit museum vinden we het op z'n zachtst gezegd ongepast. We weten echt even niet wat we moeten zeggen, behalve 'dit is niet echt gebeurd, toch...'.
We zijn even uit onze concentratie gehaald, maar worden al snel weer opgezogen door de verhalen van het museum. In elke kamer staan dozen met tissues, en die zijn hard nodig. Na 100 dagen is het Paul Kagame vanuit Oeganda gelukt met de RPF binnen te vallen en de Interhamwe het land uit te drijven, maar tegen die tijd waren er al een miljoen mensen vermoord. Één miljoen mensen, in honderd dagen. Het is niet te bevatten. Kagame, die nog steeds aan de macht is (en die we overigens net als Museveni in Oeganda, ook op straat zijn tegen gekomen), heeft het op de één of andere manier voor elkaar gekregen dit land weer één te laten worden. Als je nu aan iemand vraagt of ze Hutu of Tutsi zijn, krijg je standaard het antwoord dat ze Rwandees zijn. Dit gaat zover dat toen de Interhamwe in 1997 een school binnen viel (vanuit Congo hebben ze nog jaren lang invallen in Rwanda gedaan), en de studenten onder met machine geweren dwongen zich te scheiden in Hutu en Tutsi, de studenten weigerden. Daarop is het vuur geopend en zijn 6 studenten vermoord. Liever sterven dan nog een keer gescheiden worden. Dit betekent overigens niet dat de daders vrijaf werd gegeven; 20 jaar lang zijn er rechtszaken geweest op verschillende niveau's en in verschillende landen. Behalve gerechtigheid, heeft dit voor veel slachtoffers ook antwoorden gegeven op wat er met hun geliefden is gebeurd en waar ze de lichamen konden vinden.
Het museum is opgezet met de steun van een internationale organisatie die strijd tegen genocide. Daarom is er ook een zaal die uitlegt wat een genocide precies is, en kort andere genocide behandeld. Natuurlijk de Holocaust, maar ook de genocide van de Herero in Namibië door de Duitsers, Cambodja en Joegoslavië worden aangehaald. Wij als Nederlanders komen er genadig van af, ondanks dat Srebrenica als de grootste massamoord ooit wordt beschreven, worden wij niet aangehaald. Voor een Belg, Fransoos of Duitser met geweten, is dit geen leuk museum om doorheen te lopen.
Na de algemene genocide zaal worden we de volgende zaal ingeloodst. Als ik de naam van de zaal lees, zakt mijn hart in mijn schoenen. De Kinderzaal. Hier hangen foto's van kinderen die vermoord zijn tijdens de 100 dagen. Bij elke foto een klein bordje met hun naam, hoe oud ze waren toen ze vermoord werden, hun beste vriend, favoriete eten (meestal chocolademelk of patat), favoriete speelgoed, waar geregistreerd hun laatste woorden ('mama, waar moeten we heen?'), en de manier waarop ze zijn vermoord. Een aantal zijn doodgeschoten. Een aantal zijn in stukjes gehakt. Sommigen doodgeknuppeld. Twee net zolang tegen de muur geslagen totdat ze dood waren. Een meisje van 4 hebben ze stalen pinnen door haar ogen geslagen. Een meisje van 2 is levend verbrand. Lisanne en ik kunnen alleen maar huilen.
Het museum eindigt met een film van dezelfde mensen die we in het begin zagen en over hoe zij hun leven weer hebben opgepakt. Dit geeft toch een soort van hoop en troost. Daarna bezoeken we de begraafplaats, hier liggen 250.000 mensen begraven. Van maar heel, heel weinig mensen weten ze de naam, de rest ligt onbekend in het graf. Aangezien heel veel slachtoffers nooit zijn gevonden, is dit voor veel Rwandezen een plek om samen te komen het hun geliefden te herdenken. Aangezien deze graven onder een paar enorme betonblokken liggen, is er eigenlijk niet zoveel te zien en vrij snel lopen we naar buiten. Daar worden we aangesproken door een taxi-chauffeur die een belachelijke prijs noemt om ons terug naar het hotel te brengen. En dan blijkt dat de heftige emoties van die ochtend op ons beide een nogal verschillende uitwerking hebben. Waar ik, toch echt veruit de minst vriendelijke van ons twee, geen energie meer heb om de discussie aan te gaan; daar verandert Lisanne, mijn lieve, vrolijke, enthousiaste Lisanne, in een monster die heel, heel kwaad wordt op deze afzetter. De taxi wordt niet genomen. We besluiten een stukje verderop te gaan zitten om even bij te komen. Het is een heel bizar idee dat iedereen die langsloopt van onze leeftijd en ouder, deze verschrikkingen heeft meegemaakt. Aan de zijlijn staan was er niet bij - dan was je gematigd en ook een doelwit. In 1994 was iedereen slachtoffer of dader, een andere keuze was er niet. Wat nog verbazingwekkender is, is hoe het land hier overheen is gekomen. Het is veilig (volgens onderzoeken zelfs veiliger dan Oostenrijk of Nieuw-Zeeland), de mensen zijn vrolijk, er is geen haat of wrok. Ze hebben hun schouders eronder gezet en zijn samen doorgegaan.
Automatisch komt het gesprek op onze huidige tijd. Hadden wij niet na de Tweede Wereldoorlog gezegd, 'Dit nooit meer'? Hoe kan het dan in godsnaam dat diezelfde landen, toen het weer gebeurde in Rwanda, hun handen er vanaf trokken? Nu zeggen ze in Rwanda ook 'Never again', maar het gebeurt nu toch ook? Hoe kijken wij over 20 jaar naar Syrië, Sudan, de Rohingya? Zeggen we dan ook hoe vreselijk het allemaal was en wat een verschrikking die mensen hebben moeten doormaken? Waarom laten we het nu dan gebeuren? Lisanne merkt op dat de Hutu-propaganda bijzonder veel lijkt op de woorden van o.a. de PVV. We laten het niet alleen gebeuren in andere landen, we geven dit soort mensen ook de ruimte in ons eigen land. Hoe meer landen we zien, hoe minder sympathie, empathie en geduld wij kunnen opbrengen voor de 'eigen volk eerst' roeptoeters. Natuurlijk heeft het veel te maken met educatie, vanuit een psychologisch standpunt kunnen we het ook verklaren (in deze is het Stanford Experiment zeer interessant) - maar mensen, en vooral kinderen, hun mensenrechten willen ontnemen omdat ze toevallig aan de verkeerde kant van een denkbeeldig lijntje of met een ander kleurtje zijn geboren; het duidt wat mij betreft toch ook echt op een morele achterstand. De conclusie van het gesprek is dat Lisan en ik eigenlijk vinden dat iedereen wat liever voor elkaar moet zijn.
Tevreden dat we tot deze baanbrekende conclusie zijn gekomen gaan we weer op pad. De taxi's laten we maar links liggen, en we proberen ons geluk bij de motoren. Die hebben we overal, ook in Oeganda, al zien rondrijden en lijken het favoriete vervoersmiddel van de locals. We spreken er twee aan en binnen een paar seconden zijn we omringd door meerdere chauffeurs en locals die zich allemaal bemoeien met waar we nou precies heen moeten - straatnamen kennen ze niet en kaarten kunnen ze niet lezen, dus het is een vermakelijke discussie. Uiteindelijk stappen we maar gewoon op en gaan de weg op. Waar we van tevoren dachten dat iedereen die dit deed gek was, zijn we vanaf de eerste seconden verslaafd aan deze manier van verplaatsen. Achterop de motor scheuren we door het chaotische verkeer kris-kras door de stad heen. Lisanne kan gelukkig wel kaart lezen, maar haar chauffeur is bloed eigenwijs en gaat steevast de andere kant op dan zij zegt dat we moeten gaan. De paar keer dat ze hem zover krijgt om even te stoppen om ons opnieuw op de route te oriënteren, schiet die van mij met mach 80 langs en weigert om ook te stoppen. Wat een rit. Uiteindelijk nemen we een route die drie keer langer is dan de directe route, en stuiterend van enthousiasme komen we aan bij het hotel. Alles bij elkaar kost dit ons toch wel 2 euro.
We zijn om en besluiten de volgende dag ons voornamelijk met de motor te verplaatsen. Het is onze laatste dag in Kigali en er zijn nog wat plekken die we willen zien. Eerst laten we ons naar Hotel Des Mille Collines rijden. Dit hotel, wat nog steeds functioneert als één van de best hotels van de stad, heeft een heel bijzonder verhaal tijdens de genocide. Waar alle managers zijn gevlucht, is er één gebleven: Rusesabinga. Deze man heeft 1268 mensen in het hotel laten schuilen en heeft via zijn connecties en omkopingen deze mensen veilig weten te houden. Ondanks dat de Interhamwe letterlijk in de lobby van het hotel kamp heeft gehouden, heeft deze manager onvoorstelbaar genoeg iedereen veilig weten te houden en zijn alle 1268 mensen levend naar buiten gekomen. In 2004 is hier de film 'Hotel Rwanda op gebaseerd (een aanrader). Daarna gaan we via een cultureel festival (het was compleet uitgestorven, dus we zijn er nog steeds niet over uit of het terrein eigenlijk al open was) naar de bunker waar de 10 Belgen zijn vermoord. Nou vallen 10 Belgen natuurlijk in het niet tegenover 1.000.000 Rwandezen, maar aangezien het hele land is herbouwd is dit de enige plek waar de ellende nog fysiek te zien is. De bunker is één grote gatenkaas van kogel inslagen, en geeft een goed gevoel van de intense haat die dit land 100 dagen lang overspoeld heeft. Angstaanjagend.
Hierna dwalen we nog wat rond, gaan natuurlijk met de motor, en dan is het tijd om onze tassen te pakken. We zijn maar 5 dagen in Rwanda geweest, maar het is één van de meest intense momenten geweest van al mijn reizen. We realiseren ons dat we gedurende onze tijd hier eigenlijk geen foto's hebben gemaakt. Dit land is ook niet zozeer een bezienswaardigheid (ondanks dat het heel erg mooi is), het is een ervaring. Na hier te zijn geweest kan ik iedereen aanraden Rwanda te bezoeken. En na hier te zijn geweest, wil ik vooral iedereen aanraden, wees een beetje lief voor elkaar.

Ps: Humas if New York is mijn favoriete pagina op Facebook. Deze man maakt foto's van willekeurige mensen en plaatst hun verhaal erbij. Vlak voordat ik wegging is hij in Rwanda geweest, en heeft daar een indrukwekkende serie gemaakt. Voor wie geïnteresseerd is, is dit de link naar de eerste foto: https://m.facebook.com/humansofnewyork/photos/a.102107073196735/2599594360114648/?type=3&source=54
En dan gewoon op de foto's terugklikken om alle verhalen te lezen.

  • 17 December 2018 - 05:25

    Joan:

    Wow Karen, je verhaal is bij me binnen gekomen. Ik heb er geen woorden voor...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Rwanda, Kigali

The travel into the wild

This Is Africa

Recente Reisverslagen:

23 December 2018

Oeganda - laatste indrukken

18 December 2018

Kenia

14 December 2018

Rwanda

04 December 2018

Oeganda - gorilla's

30 November 2018

Oeganda - eerste indrukken
Karen

Actief sinds 25 Dec. 2016
Verslag gelezen: 278
Totaal aantal bezoekers 89024

Voorgaande reizen:

13 Januari 2020 - 21 Februari 2020

The travel into the unknown

24 November 2018 - 25 December 2018

The travel into the wild

21 November 2017 - 08 Maart 2018

The travel that was long overdue

01 December 2016 - 01 Maart 2017

The travel of dreams

Landen bezocht: