Week 8 - emmerlijst aftikken 2.0 - Reisverslag uit Foz do Iguaçu, Brazilië van Karen - WaarBenJij.nu Week 8 - emmerlijst aftikken 2.0 - Reisverslag uit Foz do Iguaçu, Brazilië van Karen - WaarBenJij.nu

Week 8 - emmerlijst aftikken 2.0

Door: Karen

Blijf op de hoogte en volg Karen

27 Januari 2017 | Brazilië, Foz do Iguaçu

Ik zie ons nog zo zitten. Papa, mama en Rutger waren in 2008 net terug van een zomervakantie en traditiegetrouw gingen we de eerste avond daarna met ons vieren uiteten. Dit keer was de keuze gevallen op een tapas-restaurant in hartje Haarlem. Halverwege het eten kreeg het gesprek een onverwachte wending: in een paar maanden zou ik 21 worden en als kado hadden papa en mama bedacht om een stedentrip te gaan doen, waar ik heen zou willen? Zonder nadenken antwoordde ik het eerste wat in me op kwam: Buenos Aires. Toen al had ik een fascinatie met Latijns-Amerika. Na wat overleg besloten we uiteindelijk naar een andere onvergetelijke bestemming te gaan: dat jaar brengen we kerst door in New York. Buenos Aires zou ik snel een keertje zelf gaan doen. Destijds leefde ik nog iets meer in Latino-tijd, 'snel' heeft nog 8 jaar geduurd... Maar nu zijn we er dan eindelijk! We zijn er (voor nu) maar 3 dagen, maar gedurende deze dagen knijp ik af en toe even in mijn arm om er zeker van te zijn dat ik nu écht in de stad ben waar ik al jaren over droom. En wat een stad!
Bij aankomst op het busstation krijgen we eerst nog te maken met de Argentijnse economie. Het gaat hier niet zo goed en op verschillende blogs hadden we al gelezen dat pinnen erg moeilijk is aangezien de meeste banken compleet willekeurig buitenlandse passen wel of niet accepteren, als ze het überhaupt al doen. Op het enorme busstation zijn maar twee pinautomaten waarvan er één buiten werking is en de andere onze passen, zelfs een creditcard, niet accepteert. Er is ook geen wisselkantoor te bekennen. We hebben honger, dorst, en gezien onze zware bepakking willen we graag met de bus naar ons hotel, maar we hebben omgerekend minder dan een euro bij ons - ook in San Juan konden we niet pinnen. We kunnen wel wifi vinden en komen we er zo achter dat ons hotel 'maar' 3km lopen is (dat is met al die tassen nog best ver). Gelukkig zijn we de woestijn van San Juan uit en is het hier in ieder geval rond de 30 graden met een verkoelend briesje. Halverwege de wandeling komen we een bank tegen die ons op dat moment goddank geld wil geven, maar de rest van ons verblijf hier blijven we de routes die we lopen toch voornamelijk uitstippelen langs de wegen waar de meeste banken liggen.
Ons hotel ligt mooi centraal in een van de oudere buurten van BA, een korte wandeling weg van de meeste bezienswaardigheden hier. De eerste dag lopen we naar de naburige wijk San Telmo, waar elke zondag een vlooienmarkt en daarna tango op straat wordt gedanst. De markt is fantastisch, in de stegen tussen de oude koloniale paleizen wordt voornamelijk antiek en handgemaakte producten verkocht (sommige verkopers staan ter plekke hun handelswaar te maken). Er lopen ontzettend veel toeristen, maar dat mag de pret niet drukken. Na de markt hebben we afgesproken met de broer van de vriendin van Fernando: Juan. Voor latino's is het de normaalste zaak van de wereld dat als je iemand een keer spreekt en erachter komt dat diegene naar een bestemming gaat waar je iemand kent, dat je dan een een ontmoeting tussen deze mensen regelt. Zo ook met Juan, we hebben Cecilia (de vriendin van Fernando) welgeteld twee keer gesproken en zij heeft mijn nummer aan haar broer gegeven, die ons nog een berichtje stuurt ook. De lieverd neemt ons de hele avond op sleeptouw. Vanuit San Telmo lopen we naar La Boca, waar een voetbalstadion ligt en een van dé toeristentrekkers van de stad: een klein buurtje met houten huizen in alle kleuren van de regenboog en overal standbeelden. Zelfs de oude klinkers op straat zijn beschilderd. Het was eigenlijk een arm buurtje en in de gekleurde huizen woonden voornamelijk prostituees, totdat de stad erachter kwam dat toeristen het hier best leuk vonden en sindsdien is geprobeerd om de boel wat veiliger te maken door o.a. musea in de huisjes te plaatsen. Dit is deels gelukt; op bepaalde tijden met de juiste gids kan je hier prima lopen. We vinden het fantastisch om hier rond te struinen, maar we merken dat Juan wat ongemakkelijk is en vrij plots besluit hij in een taxi te stappen en terug te gaan naar San Telmo. De volgende dag komen we erachter waarom hij zo onzeker was: in het hotel spreken we een Nederlands stel die een paar uur voor ons in La Boca waren en onder bedreiging van messen van al hun spullen zijn beroofd. Blij dat wij met een Argentijn aan onze zijde er dus goed vanaf zijn gekomen. Terug in San Telmo lopen we weer naar het pleintje waar de markt eerder was. De kraampjes zijn inmiddels afgebroken en er draait melancholische muziek uit de jaren '30. Er is een dansvloer ontstaan waar een stuk of 20 koppels tango aan het dansen zijn, omringd door een rijendikke kring toeristen. Vanaf ons terras hebben we redelijk goed zicht hierop en onder het genot van de zoveelste 'limonada' kijken we naar het hele gebeuren. Na een tijdje wordt de tango onderbroken omdat er uit een van de zijstraten een enorm tromgeroffel klinkt: er komt een soort carnavalsoptocht aan. Onder leiding van het ritme van de trom komen eerst de vrouwen langs die zich in een opzwepende dans voortbewegen, daarna de trommelaars, gevolgd door een flinke stoet waarin sommige mensen lopen, anderen dansen. Als de trommelaars voorbij zijn gaat de grammofoon weer aan en gaan de tango dansers verder met hun stijlvolle dans. Het zijn twee muziek- en dansstijlen die niet verder van elkaar af hadden kunnen liggen, en toch zijn ze allebei zo typisch van dit continent.
Na een tijdje neemt Juan ons mee naar een 'milonga', een tango-club. We wilden absoluut tango zien in deze stad, maar de tango-shows zijn in tegenstelling tot de straatdansers een toeristenval en kosten minimaal 50 dollar per persoon. Daarbij hebben we gelezen dat veel toeristen de originele tango maar saai vinden en dat de optredens daarom voornamelijk bestaan uit een showballet met mixen van popmuziek en grote veren met af en toe wat tango-pasjes tussendoor. Het is één grote, oppervlakkige entertainment show, en tango iets níet is, is dat het wel. En dat is precies de reden waarom je, als het even kan, met een local op stap moet. De milonga waar Juan ons mee naartoe neemt bevindt zich ergens in een stille straat, er is geen toerist te vinden. In het donkere hol staat een orkest live muziek te spelen (kennelijk hebben we het geluk dat de zanger van die avond een megaster in Argentinië is), en op deze tonen dansen enkele paren. De 'porteños' (geboren en getogen in Buenos Aires) zijn ontzettend trots op 'hun' dans en nemen deze heel serieus. Op de vloer staan dan ook louter maestro's. Het is mooi om te zien hoe elk paar hun eigen stijl heeft. Sommigen hoppen over de dansvloer in een soort quick-step, sommigen zwieren, anderen lijken een felle relatiecrisis uit te vechten en weer anderen houden het bij de klassieke stijl die veel langzamer en tragischer is. Naarmate de avond vordert worden we steeds meer opgezogen door de emotie en de passie op de dansvloer. Een paar keer vraagt Juan of we willen dansen, maar in tegenstelling tot het gaucho-feest in Chili sla ik dit af (Lisanne ook). Het feest daar ging voornamelijk om lol maken, maar hier nemen ze de dans bloedserieus en ik ben bang dat ik deze dansers diep beledig als ik me bij hen op de vloer waag, dus we houden het bij toekijken en genieten daar met volle teugen van.
De tweede dag in deze prachtstad hebben we een stadswandeling op de planning staan. De tour begint om 15.10 en om 15.15 doen we iets wat ik niet voor mogelijk had gehouden: na de introductiebabbel haken we af. De gids was onverstaanbaar en wat we meekregen werd zo inspiratieloos verteld dat onze gedachten meteen weer afdwaalden. Ontzettend jammer, want het is overduidelijk dat deze stad een schat aan verhalen verbergt en ik had me er op verheugd om daar in ieder geval een klein deel van te horen. We besluiten zelf een route uit te stippelen die zowel de mooie gebouwen als zoveel mogelijk pinautomaten combineert, en gaan op pad. We zien onder andere het prachtige Nationale Congres, een kathedraal, het koloniale theater, en 'La Casa Rosa'. Dit laatste (het Roze Huis) is een aftreksel van het Witte Huis en de officiële presidentiële residentie. Politiek gezien heeft Argentinië het nog steeds erg moeilijk. Ze lijken in een vicieuze cirkel te zijn belandt waardoor veel mensen in extreme armoede leven. Corruptie voert nog steeds hoogtij en berovingen en geweld zijn hier net zo goed een onderdeel van het leven als de tango. In BA is dit duidelijk te zien, er zijn erg veel daklozen. Geen junks of alcoholisten, ze lijken echt hun best te doen om enige waardigheid te behouden; zo zien we ze bijvoorbeeld hun kleding wassen in de fonteinen. Meestal zijn het groepjes jongens of mannen, maar we lopen ook voorbij complete gezinnen. Bij sommigen is het jongste kind nog maar een peuter die in een luier over een vies matras op de grond rondkruipt. Het is hartverscheurend. Vanwege de schrijnende toestand hier zijn er regelmatig ongeregeldheden, waardoor rondom La Casa Rosa een dubbel hekwerk staat om de relschoppers op afstand te houden. Het buitenste hekwerk is vol gekalkt met protestleuzen. We lezen naast bijvoorbeeld een oproep om legalisering van abortus ook zinnen als 'nooit meer families op straat' en 'hou op met ons vermoorden'. Het vormt een schril contrast met het paleis erachter dat omringd is door palmbomen, fonteinen en standbeelden.
We eindigen de wandeling aan de boulevard, waar we een mooi uitzicht hebben op het andere deel van de stad. Grappig om het verschil te zien tussen 'onze' kant van het water, wat het oudste gedeelte van de stad is en waar de koloniale paleizen aan elkaar geregen liggen, en de overkant van het water, wat het nieuwste gedeelte is en waar de ene na de andere moderne wolkenkrabber in de lucht prikt. We pakken een terrasje mee en lopen dan weer terug naar het hotel om wat te eten. We hebben gezien dat de milonga waar we de avond ervoor waren die avond tango-lessen geeft en daarna zou er weer een orkest komen met een open dansvloer. Misschien, als we in ieder geval wat basis hebben geleerd, dat we dan wel een dansje durven te wagen? Maar goed, we zijn natuurlijk wel in Argentinië, en daar verlopen de zaken soms net anders dan afgesproken. We kunnen de club niet vinden en lopen drie kwartier lang zigzaggend door de wijk. In deze tijd bereikt mijn frustratie Latijnse hoogtepunten en vooral Google Maps wens ik dingen toe waar je normaal gesproken heel erg lang tbs voor krijgt. BA is net als bijvoorbeeld en Mendoza en Barcelona uit vierkante huizenblokken en lange straten opgebouwd. Dat kan heel handig zijn, maar het betekent ook dat alles, zeker in het donker, op elkaar lijkt en we herkennen niet eens waar we een kwartier eerder gelopen hebben, laat staan een dag eerder. Natuurlijk hebben we hier midden op straat geen internet (ik moet helaas toegeven dat ook ik onderdeel ben van de generatie die totaal verloren is zonder technologie) en er is ook geen bar of restaurant in de buurt te zien waar we eventueel wifi zouden kunnen gebruiken. Uiteindelijk krijgen we moeizaam contact met Juan die ons het adres van de club stuurt. Het blijkt wel degelijk de locatie te zijn die Google had aangegeven en we zijn hier ook al geweest, maar kennelijk hadden ze er geen zin in vandaag want de boel zit potdicht. Hekwerk, rolluik, alles erop en eraan. Vandaar dat we er straal voorbij zijn gelopen de eerste keer. Tegenover de dichte club zit een barretje dat wel open is en waar ze hele grote glazen ijskoud bier verkopen. Dat kunnen wij nu wel gebruiken dus daar ploffen we neer. Juan voegt zich bij ons en als onze frustratie weer wat afgekoeld is besluiten we terug naar San Telmo te gaan om daar weer op het terras de rest van de avond door te brengen. Die dag geen dansers op straat, maar het barretje waar we zitten heeft wel live-muziek. Gelukkig hebben ze de ramen wijd openstaan dus op het terras kunnen we luid en duidelijk meegenieten met de melancholische tonen van de tango. Het is een mooie afsluiter van dit verblijf in BA, we moeten allebei sowieso nog terugkomen naar deze stad omdat we vanaf hier naar huis vliegen. Deze verplichte terugkeer vind ik helemaal niet zo erg. Maar voordat we daar zijn gaan we nog een heleboel doen en de volgende dag stappen we op de bus om weer een belangrijk item op onze wensllijst af te tikken: we gaan naar de watervallen van Iguazú!
Ook deze lange afstand gaan we weer bussen (19 uur), en ook hier verloopt de reis niet helemaal vlekkeloos. Vier minuten voor de bus zou vertrekken komen we doorweekt van het zweet en kreunend onder onze zware bagage bij de vertrekplaats aan... Waar geen bus is. Volgens de borden zal onze bus aankomen op perron 1 of perron 62, en aangezien deze perrons niet bepaald naast elkaar liggen schiet ons stress-gehalte nu echt door het dak. Een kwartier later is er nog geen bus te zien en ik besluit naar het kantoor bovenin het station te rennen. Daar aangekomen staat het zwart van de mensen aan de voorkant van de balie, maar achter de balie geen medewerker te bekennen. Na wat rondvraag hoor ik dat de medewerkers een tijdje geleden zijn weggelopen zonder uitleg en het lijkt er niet op dat ze enige haast hebben om terug te komen. Maar weer naar beneden dan. Inmiddels hebben we drie Israëlische meiden en een Engelsman gevonden die met dezelfde bus moeten en net zo in de stress zitten als wij. Fijn! Niet dat we er iets mee opschieten want de bus is er nog steeds niet, maar gezamenlijk in dezelfde penarie zitten geeft op de één of andere manier troost en verlaagt de bloeddruk flink. Uiteindelijk komt de bus 5 kwartier te laat aan. Geen excuses of uitleg, maar wij waren inmiddels in staat om met een tuc-tuc de 1300 kilometer die we voor de boeg hebben af te leggen dus we zijn allang blij dat de bus er is.
De volgende ochtend in Puerto Iguazú aangekomen, moeten we meteen weer door. We hebben per ongeluk een hotel in Brazilië geboekt dus hop, meteen de grens over. De Engelsman uit onze bus, Josh, komt er op het busstation achter dat hij ons hierom misschien niet zo heel hard had moeten uitlachen, want ook zijn hotel ligt aan de Braziliaanse kant... Vanaf dat moment gaan we samen verder.
De laatste uren voordat we in Puerto Iguazú aankwamen zijn we door de jungle gereden en het was prachtig daar. Ik kreeg steeds meer hoop dat ons hotel ook in zo'n mooie omgeving zou liggen. Puerto Iguazú zelf is wat groter dan we dachten, maar nog steeds een schatting dorpje. Als we echter het Brazilliaanse Foz do Iguacu inrijden word ik heel verdrietig. Het is een grote, betonnen stad. Daar wil ik niet zijn, ik wil tussen de flora en fauna blijven! Maar als we in de bus naar ons hotel stappen rijden we de stad weer uit en we worden gedropt in een klein stukje bebouwing, middenin de jungle! Ons hotel blijkt ook nog eens niet echt een hotel te zijn maar een vakantiepark (wij zijn niet heel goed in inlezen wat we nou precies geboekt hebben) en door de jungle heen lopen we naar onze cabana. Ik blijf Lisanne de rest eerste avond daar vervelen met één zin: wat ben ik gelukkig!
De volgende dag is het vroeg op om de grens weer terug over te steken (het gaat lekker met de paspoort stempels) om de watervallen vanaf de Argentijnse kant te bekijken. Wat een dag! De watervallen staan op de lijst met 7 wereldwonderen der natuur en dat is volkomen terecht. De honderden andere toeristen waar we mee over de paden schuifelen of mee vechten om een goede fotoplek te bemachtigen doen niets af aan het natuurgeweld om ons heen. Het is onmogelijk om de watervallen te omschrijven, maar woorden als groot, machtig, imposant, imponerend, prachtig en waanzinnig komen in mijn hoofd op. We blijven er tot het park sluit, en doen in tegenstelling tot de meeste toeristen bijna alle routes en watervallen aan. Op één plek kunnen we tot een paar meter van een van de watervallen komen. Binnen een halve minuut zijn we kletsnat en het geluid van het neerstortende water is oorverdovend. Fantastisch! Om de watervallen heen ligt de jungle en ook daar kijken we tijdens de wandelingen van de ene naar de andere waterval onze ogen uit. Behalve de prachtige bomen, planten, en riviertjes komen we veel dieren tegen. Onder andere families buidelratten, apen, leguanen, prachtige kolonies vlinders, krokodillen en spinnen (hele grote spinnen, vraag maar aan Lisanne) kruisen ons pad.
Wat een plek, onvergetelijk. Het is absoluut één van de hoogtepunten op deze reis!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Karen

Actief sinds 25 Dec. 2016
Verslag gelezen: 380
Totaal aantal bezoekers 88939

Voorgaande reizen:

13 Januari 2020 - 21 Februari 2020

The travel into the unknown

24 November 2018 - 25 December 2018

The travel into the wild

21 November 2017 - 08 Maart 2018

The travel that was long overdue

01 December 2016 - 01 Maart 2017

The travel of dreams

Landen bezocht: